Akkerranden, grasland en bermbeheer

Deze groep van biotopen zijn van groot belang voor planten en dieren van boerenland. Soms komen ze op de percelen zelf voor, maar nog vaker in de randen. Graslanden, dijken en akkers worden altijd beheerd. Met weinig bemesting leveren ze veel biodiversiteit. Bermen zijn altijd onbemest en daardoor nog bloemrijker.

Bloemrijke akkers

Hieronder wordt verstaan: het aanleggen en/of beheren van graanakkers met als doel de bloemrijkdom te vergroten op het hele perceel. Bloemrijke akkers zijn van groot belang voor boerenlandvogels, insecten en zaden. Bij deze akkers kan tevens worden aangegeven om welk graan of type akker het gaat.

Bloemrijke akkerranden

Hieronder wordt verstaan: het inzaaien en/of beheren van bloemenranden naast commerciële akkerbouwgewassen zoals graan, mais bieten of aardappelen. Bloemrijke randen zijn belangrijk voor een veelheid aan diersoorten zoals boerenlandvogels, zoogdieren en nuttige insecten. Randen kunnen worden ingezaaid met inheemse soorten in verschillende breedtes. Bredere randen zijn gunstiger omdat in zeer smalle randen al snel sprake kan zijn van concurrentie van het aangrenzend gewas.

Wildakkers

Hieronder wordt verstaan: het aanleggen en/of beheren van wildakkers. Veel wildakkers worden ingericht in of nabij bosjes en houtwallen. Ze dienen in het winterhalfjaar als belangrijke dekking en voedsel voor het wild. Wanneer er wintergraan is ingezaaid profiteren ook doortrekkende vogels zoals vinkachtigen en geelgorzen hiervan. Ook worden wildakkers ingezaaid met bladkool, mosterd, mais of andere gewassen.

Bloemrijke graslanden

Hieronder wordt verstaan: het creëren en/of beheren van bloemrijke graslanden. Graslanden met veel bloemen zijn een zeldzaamheid geworden. Ze zijn van belang voor weidevogels, insecten en inheemse plantensoorten. Bloemrijke graslanden worden wat minder bemest en vaak hooguit twee maal per jaar gemaaid en gehooid. Maaien vindt vaak plaats in juni of later. Soms worden deze weiden beweid met lage dichtheden aan vee.

Bloemrijke grasranden

Hieronder wordt verstaan: het creëren en/of beheren van bloemrijke grasranden. Van sommige graslanden worden alleen de randen weinig bemest en later gemaaid. Deze randen zijn ook van belang voor soortenrijke begroeiingen en passen vaak wat beter in de bedrijfsvoering door hun geringere oppervlak. Wanneer deze randen langs sloten liggen, zijn deze randen nog waardevoller voor de biodiversiteit.

Bloemrijke bermen

Hieronder wordt verstaan: de aanleg en/of het beheer van bloemrijke bermen. De bermen langs wegen zijn in het landelijk gebied vaak elementen die niet bemest of bespoten worden en daardoor geschikt zijn als bloemrijke bermen. Voorwaarde hiervoor is dat bermen jaarlijks één of twee keer gemaaid worden en dat het maaisel wordt afgevoerd. Klepelen is uit den boze. Bloemrijke bermen zijn zeer belangrijk voor de inheemse flora, bijen, vlinders en ook voor vogels als plek om te foerageren op zaden.

Ruigten aanleggen

Hieronder wordt verstaan: het niet meer maaien of laten begrazen van grasland of -stroken waardoor ruigtes ontstaan. Soms groeit er pitrus, soms braam, rietgras of distels. Veel ruigten leveren jaarrond een goede dekking voor zoogdieren, insecten of vogels. Insecten kunnen in ruigte in de winter overleven. Om de paar jaar zal ruigte gemaaid en afgevoerd moeten worden om te voorkomen dat er bomen of bos gaat groeien.

Patrijzen- en hamsterbiotoop

Hieronder wordt verstaan: de aanleg en/of het beheer van (meestal) graanakkers of gebieden met veel bloemrijke akkerranden. Deze worden speciaal gecreëerd voor patrijs en hamster. Hamsterprojecten komen alleen in Zuid-Limburg voor. Patrijzenproject vinden we in het hele land. Naast patrijzen of hamsters profiteren ook veel andere soorten van dit biotoop zoals vinkachtigen, gorzen, kneu, duiven en andere zaadeters.

Meest recente projecten